Trial: milieuvriendelijke motorsport

Ten onrechte associeert men trial al te dikwijls met lawaai, milieuverontreiniging en natuurafbraak. Bij nadere kennismaking zal integendeel blijken dat trial kan beschouwd worden als de meest dedisciplineerde motorsport waarbij snelheid en geluid helemaal niet te pas komen. Enorme inspanningen werden geleverd door motorfabricanten om het geluidsniveau ver beneden het toegelaten te brengen en hierin zijn ze aardig gelukt ook.

De trialrijder en de natuur vinden elkaar op een positieve manier. Natuurlijke hindernissen zijn een uitdaging voor de trialist. Hij weet het natuurschoon te waarderen en te behouden.

Trial... hoe gaat dat in zijn werk?

Een behendigheidwedstrijd op de motor, dat is eigenlijk de omschrijving van de kleinste tak van de motorsport, het trialrijden. Het is een volwaardige sport met een eigen reglementering. Trialrijden kan uiterst serieus en geconcentreerd beoefend worden.

De trialsport bestaat erin om met de motor natuurlijke, doch kunstmatig afgebakende hindernissen te overwinnen en wel op een zodanige manier dat men noch met de voeten, noch met andere lichaamsdelen steun mag zoeken op de grond of tegen andere obstakels. Deze hindernissen noemen we nonstops. Op verschillende plaatsen in een bepaald traject zijn zulke nonstops uitgezet.

De prestaties van de piloot worden in elke nonstop beoordeeld door een controleur. In het kort komt het hier op neer dat voor fouten strafpunten worden toegekend. Voor 1 of 2 voeten aan grond: 1 respectievelijk 2 strafpunten. Voor 3 of meer voeten: 3 strafpunten. Het traject niet volgen, vallen of stilstand worden aanzien als een mislukking en levert 5 strafpunten op. Wordt het parkoers foutloos afgelegd is dit "een 0". Hieruit blijkt dus dat de piloot met het minste strafpunten wint.

Het aantal nonstops dat per wedstrijd genomen wordt is niet bepaald maar ligt meestal rond de dertig. Nu is het zeer moeilijk om zoveel verschillende nonstops uit te zetten. Geschikte plaatsen die voldoende natuurlijke moeilijkheden bieden zijn lastig te vinden en bovendien komt daar nog het probleem van het aantal controleurs bij. Daarom neemt men een tiental nonstops, verdeeld over een parkoers dat meerdere malen moet afgelegd worden. Daarvoor krijgen de piloten een op voorhand afgesproken maximum tijd die normaal gezien ruim voldoende is.

Er zijn verschillende categorieën voorzien: juniors, nationalen, inters, gentlemen en randonneurs of debutanten. In de nonstops is door middel van gekleurde pijltjes het te volgen parkoers voor elke categorie aangegeven. De juniors en gentlemen volgen de witte pijltjes, de nationalen rood, de inters geel en de randonneurs blauw of groen.

Wanneer de piloten bij zo'n nonstop aankomen, gaan ze hem eerst grondig te voet verkennen. Ze wegen de mogelijke trajecten tegen mekaar af, bepalen heel pricies waar het voorste en achterste wiel moet passeren en kiezen de meest geschikte versnelling. Uiterst geconcentreerd en met een grote dosis machienebeheersing zal de rijder dan de verschillende hindernissen trachten te nemen waarna de controleur de behaalde strafpunten op de controlekaart knipt.

Machinebeheersing en concentratie zijn de voornaamste eigenschappen die een trialist moet bezitten. Ook moet zijn fysieke gesteldheid aangescherpt worden. Concentratie is iets wat je in meer of mindere mate moet kunnen opbrengen. Je kunt het of je kunt het niet. Aan de machinebeheersing kan natuurlijk geschaafd worden door te trainen.

Copyright © v.z.w. Trial Club Leuven. Alle informatie op deze website mag slechts gebruikt worden mits voorafgaandelijke toestemming.